De jaren na het misbruik ben ik buiten mijn lichaam gaan leven. In mijn lichaam voelde ik vanalles wat niet fijn was of het deed me aan narigheid herinneren. Ik probeerde zo goed als ik kon me van mijn lichaam af te sluiten maar daarmee sloot ik ook mijn gevoel volledig af.
Respect en liefdevol werd ik aangeraakt op plaatsen waar de spanning het hoogst was. Het begon bij mijn handen. Heel zachtjes voelde ik een hand op mijn hand. Ik keek naar wat er gebeurde en ik voelde de tranen over mijn wangen. Een lieve vrouw die haar warme handen op mijn handen legde en zachtjes fluisterde dat het oké is, dat ik mag voelen dat haar handen geen foute bedoelingen hadden. En ik voelde het.
Even, héél even mocht ik voelen.
Ik voelde verdriet. Héél veel verdriet.
Ik probeerde het tegen te houden. Ze vroeg aan mij wat er door me heen ging. Ik vertelde dat ik al die jaren nog nooit enige echte ontspanning in mijn handen heb gevoeld. Door haar liefdevolle aanrakingen voelde ik langzaam de energie door mijn handen stromen.
Ineens was dat fijne gevoel weg en maakte het plaats voor boosheid. Mijn handen hadden nare dingen gedaan. Ik deed mezelf pijn, echt pijn! Na een aantal sessies begon ik woorden te geven aan mijn emoties en vertelde ik beetje bij beetje wat er in me op kwam. Steeds beter ging ik voelen wat er door me heen ging als ik aangeraakt werd. Ik begon te praten over mijn trauma. Ik bleek goed te reageren op deze vorm van therapie. Ik boekte vooruitgang in het bewustworden van mijn lichaam. Ik mocht steeds een beetje meer ervaren dat ik niet meer in de situatie van toen zat. Emoties en gevoelens vonden een weg om zich zichtbaar te maken en ik benoemde ze. Dit was een enorme belangrijke stap in mijn proces. Het bleek voor mij de sleutel naar stroming.
Nu, ruim 13 maanden later ben ik nog steeds bezig met lichaamsgerichte therapie. Ik durf langzaam aan weer meer te vertrouwen op mijn gevoel. Al is het soms nog spannend.