Mijn binnenwereld bestaat uit tweeëntwintig persoonlijkheden waarvan de
jongste een baby is en de oudste meegaat met mijn fysieke leeftijd.
Daarnaast zijn er nog een aantal verborgen delen die niet zijn
uitgegroeid tot volledige persoonlijkheden.
Rond mijn vijfde/zesde kwam ik terecht bij de GGZ omdat het niet goed
met me ging. Ik had veel last van hoofdpijn en buikpijn. Doordat ik niet
werd gehoord en gezien, had ik last van ernstige driftbuien.
Zelfbeschadiging was het enige dat mij hielp, rustig te worden.
Mijn ouders vonden het beter dat ik uit huis geplaatst zou worden omdat
ik een moeilijk kind was. Omdat er altijd over mij gesproken werd maar
nooit met mij, deelde de GGZ de mening van mijn ouders. De conclusie was
dat ik een kind was met antisociaal dat zich afzonderde van alles en
iedereen, leefde in een eigen wereldje en speelde met zogenaamde
fantasievriendjes. Feitelijk gezien had ik toen al CPTSS en DIS
ontwikkeld.
Ik kwam terecht in allerlei kindertehuizen, internaten, gast- en
pleeggezinnen.
Op verschillende plekken werd ik mishandeld en misbruikt. Op negenjarige
leeftijd gooide ik mezelf voor een auto omdat ik het leven niet meer zag
zitten. Meerdere suïcidepogingen volgden. Doordat het niet lukte een
einde aan mijn leven te maken, voelde ik me een complete mislukkeling.
Zelfs dit kon ik niet.
Binnen de psychiatrie werd DIS niet herkend en/of erkend. Uiteindelijk
kreeg ik zeventien verschillende diagnoses waar ik me niet in kon vinden
en die ook niet bleken te kloppen. De behandelingen en therapieën die ik
kreeg deden meer kwaad dan goed. Om de zogenaamde stemmen te
onderdrukken, kreeg ik allerlei medicijnen voorgeschreven. Telkens werd
de dosis verhoogd maar de stemmen gingen niet weg. Door de medicatie
was ik mezelf niet meer. Ik was volledig afgevlakt, voelde helemaal
niets meer en kon niet meer helder denken. Mijn lichaam was net een
robot, bewegend in slow motion.
Het hebben van stemmen en alles er omheen werd gezien als een groot
probleem. Iets dat niet normaal was en bestreden moest worden. Tijdens
herbelevingen werd ik overmeesterd door een aantal mannen, vierentwintig
uur naakt vastgebonden op een bed en gesedeerd. Wanneer ik last had van
stemmen moest ik op bed gaan liggen en ze wegsturen. Ik was immers de
baas. Dit was het begin van een jarenlang gevecht tegen mijn
binnenwereld.
De jaren gingen voorbij. Ik leerde Ingrid kennen, we trouwden en kregen
twee dochters. Ingrid wist dat ik mishandeld en misbruikt was maar
verder helemaal niets. Ik was er namelijk van overtuigd dat, wanneer ze
erachter zou komen wie ik werkelijk was, ze bij mij weg zou gaan.
Het achterhouden van mijn verleden en mijn binnenwereld was niet vol te
houden. Ik raakte depressief en zag het leven niet meer zitten. De
kinderen zaten inmiddels al een aantal jaar op de basisschool.
Ingrid was bezorgd, wilde er voor mij zijn maar ik liet haar niet toe.
Onze relatie kwam zo onder druk te staan dat ik dacht dat we uit elkaar
zouden gaan. Omdat ik toch niets meer te verliezen had, gaf ik haar een
link van een website over DIS.
Wat er toen gebeurde had ik nooit durven dromen. Ingrid was blij en
opgelucht dat ik haar eindelijk toeliet. Ik was ervan overtuigd dat ik
mijn binnenwereld altijd verborgen had kunnen houden maar dat bleek
achteraf helemaal niet zo te zijn. Vanaf het begin van onze relatie
gebeurden er dingen die zij niet kon verklaren. Alles wat ze las, zag
ze terug in mij en kreeg nu een naam. Het mocht er zijn.
Wij mochten er zijn.
Samen met Ingrid ging ik opzoek naar hulp. Na een zoektocht van drie
jaar vonden we een psycholoog die DIS erkende en herkende. Eindelijk
iemand die me begreep maar ook heel erg confronterend. Vechten tegen
mijn binnenwereld had geen enkele zin. Hoe meer ik er tegen vocht, hoe
harder zij vochten om gehoord en gezien te worden.
Na een proces van vele jaren heb ik voor 90% geaccepteerd dat ik DIS
heb. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat ik mijn trauma's nooit hadden
kunnen overleven en dat ik er letterlijk niet meer zou zijn, zonder mijn
binnenwereld.
Ter afsluiting van mijn acceptatieproces heb ik een tattoo laten zetten.
Tweeëntwintig bloemen (delen van onze binnenwereld), een aantal losse
blaadjes (verborgen delen zijn) en de tekst:
'Thanks to all children who live inside,
we were able to survive the past'
Mirthe