Wel honderd duizend keer afgewezen en afgeblaft, geslagen en verkracht
Beschuldigd, beschaamd en niet gezien
Misbruikt, en gezien als een vreemde eend in de bijt bovendien
Beschimpt en besmeurd en tot niets teruggebracht
En toch is mijn ik nog altijd zacht
Het is zich gaan verbergen
Achter doen alsof
Altijd voor anderen zorgen
Altijd om mijn mond een lach
Wikkel voor wikkel schoof de kluwen om mijn ik
Doorgaan, sterk, en voor anderen er zijn
Presteren, bewijzen
En voel je vooral niet kwetsbaar en klein
Uiteindelijk zeg ik nee en vallen muren om
is kluwen tot stof aan het vergaan
En wat overblijft ben ik
nog steeds
Lief
en zacht
En mij