Maar vaak vond je die armen niet, die woorden niet. Het spijt me dat je je zo vaak alleen hebt gevoeld. Het spijt me dat je zoveel hebt meegemaakt, waar je nooit om hebt gevraagd.
Maar weet je, lieve kleine ik, je bent zo ongelooflijk sterk. Zelfs toen het donker was, hield je vast aan een sprankje hoop. Je bleef dromen, hoe klein die dromen ook waren. Je vond manieren om jezelf te troosten, om te overleven, zelfs wanneer de wereld om je heen onveilig voelde. Dat is jouw kracht — je bent een overlever. En daar wil ik je voor bedanken.
Toch wil ik je ook vertellen dat het nu anders is. Je hoeft het niet langer alleen te doen. Ik ben hier nu. De volwassen ik. Ik weet dat je je vaak hebt moeten verschuilen, dat je muren om je heen hebt gebouwd om de pijn buiten te houden. Maar je bent veilig nu. Die muren mogen langzaam afbrokkelen, op jouw tempo.
Ik wil je iets beloven: ik zal er altijd voor je zijn. Wanneer je bang bent, kom ik naast je zitten en houd ik je hand vast. Wanneer je verdrietig bent, vangen mijn armen je op. En wanneer je boos bent, mag je schreeuwen, stampen, huilen — alles wat je nodig hebt. Ik luister, zonder oordeel, zonder haast.
Lieve kleine ik, ik wil dat je weet dat het niet jouw schuld was. Niets van wat er is gebeurd, lag aan jou. Jij was een kind, puur en onschuldig, en je had recht op liefde, veiligheid en warmte. Dat heb je niet altijd gekregen, en dat doet pijn. Maar je bent niet gebroken, hoe beschadigd je je soms ook voelt. Je bent heel, precies zoals je bent.
Samen bouwen we aan een plek waar je mag zijn wie je bent, zonder angst. Weet dat je geliefd bent, precies zoals je bent — met al je emoties, al je dromen, en ja, zelfs met je angsten. Ik hou van jou, kleine ik. Meer dan woorden kunnen zeggen.
Samen zullen we helen. Stap voor stap, adem na adem. Want jij verdient niets minder dan dat.
Met alle liefde die ik in me heb,
Je volwassen ik